Reisverslag van Onno over rugzaktrekking met walvissafari in IJsland
/in Tochten, Blog/door Arctic Adventure‘Force of Nature’ rugzaktrekking (Noord IJsland)
“Er is geen betere plek om de krachten van de natuur te ervaren dan IJsland. Dit land met zijn ruige, ongerepte natuur laat je voelen hoe nietig je bent tegenover de elementen. Het weer, het landschap, de flora en fauna hebben vrij spel en beïnvloeden jou en je uitrusting op elke mogelijke manier. Tijdens onze reis werd dit maar al te duidelijk”. Gids Onno van Arctic Adventure neemt je in deze blog mee naar IJsland en doet verslag van de Force of Nature trekking. Wat kom je onderweg tegen en hoe ga je om met deze elementen? Het wordt een spannend en fantastisch avontuur in het ruige landschap van het land van vuur en ijs.
Op naar ijskappen en lava
Vroeg op maandagochtend stonden we klaar op Rotterdam Airport voor de drie uur durende vlucht naar Akureyri. Iedereen had een dikke rugzak bij zich met een kampeer-uitrusting en wat extra kleding, want tsja, in IJsland moet je op alles voorbereidt zijn. Vanuit Arctic Adventure kregen we daar nog vijf kilo eten per persoon bij en wat groepsmaterialen. Ik voelde bij de groep een gezonde spanning en de sfeer zat er goed in. Dit zou een onvergetelijke reis worden.
De vlucht ging grotendeels over water en pas in het laatste uur zagen we IJsland opdoemen. Dankzij het heldere weer konden we de ijskappen en de trans-Atlantische scheur zien die IJsland in tweeën deelt. Dit was waar we de komende week een kijkje zouden nemen. Een uur later (IJsland ligt in een andere tijdzone) stapten we uit in het noorden van het land na een prachtige landing over het fjord. Het eerste wat opviel, was het ontbreken van bomen, die ooit door de bewoners waren gekapt en nooit meer teruggekomen.
De eerste dag stond in het teken van de natuurkrachten van de zee. Na een bezoek aan de machtige Godafoss-waterval reed de taxi ons naar Husavik, het oudste plaatsje van IJsland. Door het mooie weer konden we lekker buiten op het terras lunchen voordat we de boot opgingen. De zonnebrand en bedekkende kleding kwamen goed van pas. Een felle zon en koude wind zorgden voor de eerste uitdaging. We zagen drie walvissen hun kunstjes doen, diep ademhalen en duiken voor een rondje langs het zwemmend buffet diep in het fjord. Het moment dat een walvis vlakbij de boot omhoog kwam, zorgt bij iedereen voor opwinding.
En nu echt van start!
Het laatste ritje met de taxi bracht ons naar de Asbyrgi-vallei. Hier sloegen we ons eerste kamp op. Omdat er een camping was, hadden we de luxe van een wc-gebouw en picknicktafels. Na een eerste maaltijd die door wat onhandigheid wat aanbakte, was er nog tijd voor een avondwandeling. Begin augustus wordt het bijna niet donker, dus ook al was het laat, het voelde als het einde van de middag. De avondwandeling naar boven op de rots naast ons kamp bracht ons heerlijk in de frisse zeewind. De wind was fijn, hij blies namelijk de vele vliegjes (My) weg. De serene stilte en het uitzicht vanaf de rots maakten de vermoeidheid van de reis helemaal goed.
De volgende ochtend begon de rugzaktrekking. Via een steile klim in de eerste kilometer, die de groep direct als geheel op de proef stelde, bereikten we het pad. Langs de rand van de vallei, die mythologisch wordt gezien als een enorme hoefafdruk, liepen we ons avontuur tegemoet. Het uitzicht was prachtig en het terrein rotsachtig. Tussen de planten en in de zon was het warm en de stemming zat er goed in. Elk uur hadden we een korte pauze voor wat eten en drinken. Tijdens de pauzes kun je het mooie landschap extra goed in je opnemen. Ook blijf je bezig met het nemen van foto’s: IJsland is zo fotogeniek! Het is bijna onmogelijk om een saaie of slechte foto te maken.

De canyon nabij de Dettifoss waterval in IJsland
Variatie op en top: Iedere dag een ander landschap of terrein
Naar het einde van de dag veranderde het terrein opeens. Dit gebeurde eigenlijk elke dag minimaal één keer. Voor mij was dit iets wat deze reis extra bijzonder maakte. We kwamen bij een diep uitgesleten rivierdal en langs de flanken legden we de laatste paar kilometer af. Het indrukwekkend gevormde lavagesteente en de as-heuvels gaven ons de eerste indruk van het apocalyptische gevoel dat IJsland je kan geven. De overgang van tienduizenden naar duizenden jaren geleden gevormde omgeving was overduidelijk.
Met een laatste stukje tussen de bosjes kwamen we op ons kampveld. Geen echte camping, maar wel een officiële bivakplek met wc en stromend koud water. Er was weinig wind tussen de hoge struiken, wat betekende dat er weer meer My waren. De My bijten niet, maar houden ervan in je ogen, oren en neus te kruipen. Het was dus zaak om die waar mogelijk bedekt te houden. Gelukkig waaide er af en toe een windje over het veld tijdens het eten, waardoor we minder last hadden. We aten droogmaaltijden, zowel ’s avonds als ’s ochtends. Het koken op een klein gasstelletje heeft iets primitiefs en tegelijk huiselijks, en dat geeft mij en de groep een gevoel van verbondenheid.
Na het eten was het afwassen en lekker op tijd naar bed. De zware rugzakken en de vele indrukken zorgden voor een positief moe-gevoel, en lang in je tent liggen was geen straf. Het zachte geruis van de wind en het geklater van een naburige beek wiegen je snel in slaap.
Lichte nachten en vergezichten
Je wordt makkelijk vroeg wakker als het al vroeg licht is, of eigenlijk amper echt donker wordt. Desondanks brachten we elke nacht zo’n elf uur in onze tenten door. Het was fris gedurende de nachten, wat heerlijk voelde vanuit je warme slaapzak. Bij het ontbijt werd elke dag thee en koffie gemaakt, naast het warme water voor het instant-ontbijt. Met de rugzakken weer netjes ingepakt en genoeg water voor een dag wandelen gingen we op pad voor dag twee.
De route voerde ons terug naar de rivier, die we de hele dag stroomopwaarts volgden. Het terrein naast de rivier steeg sneller dan de rivier zelf en we kregen geweldige vergezichten voorgeschoteld. De Jökulsárgljúfur-vallei werd naar het einde van de dag toe steeds dieper en breder, tot Grand Canyon-waardige proporties.
Wat ook anders werd naar het einde van de dag, was de mate van begroeiing. Of beter gezegd, het gebrek aan begroeiing. Waar we in het begin van de dag ons in een soort paradijs waanden met zoveel groen en prachtige rivierlopen, inclusief één die we op blote voeten overstaken en zelfs een klim langs een waterval, werd het einde van de dag alles zwart. De laatste kilometers naar de kampplek moesten we goed opletten dat we onze schoenen en kleding niet kapotsneden op de scherpe stenen. Je begint je af te vragen waar je de tent zou kunnen opzetten…
Aangekomen op de kampplek werd de vraag deels beantwoord. Er was hier meer gruis en zand dan stenen, met soms zelfs een plukje gras. Het zoeken naar de juiste plek voor de tent, te midden van het ruige terrein, geeft een gevoel van voldoening. De stenen konden we deels opzij leggen en kamp drie was een feit. Door de rangers was op deze plek water voorzien via grote bidons en bij het bezoekerscentrum konden we naar de wc. We waren namelijk aangekomen bij een van de bezienswaardigheden van de Diamond Circle.
Off trail langs krachtige watervallen, mos en steenwoestijnen
Na het avondeten staken we het heuveltje over naast de kampplek en daar lag, als uit het niets, een enorme parkeerplaats. Vanaf de parkeerplaats was, zelfs zo ’s avonds, een onafgebroken stroom van mensen die op en neer liepen naar de Dettifoss. De krachtigste waterval van Europa maakte een wolk van waterdeeltjes die je van verre kon zien. Dichterbij was het geraas harder dan je kon praten. De diepe vallei die we de hele dag hadden gezien, hield hier dus spontaan op en drie enorme watervallen, met de Dettifoss als het centrale pareltje, lieten het water de vallei in vallen. Het was een indrukwekkend schouwspel.
De volgende ochtend gingen we off-trail, een route uitgestippeld via GPS die ons recht naar het westen moest leiden. De eerste uren gingen door een steenwoestijn waar navigeren lastig bleek te zijn. Na het oversteken van de weg lag een groen landschap voor ons. Groen betekende de terugkeer van de My en, alsof dat geen uitdaging genoeg was, lastig te belopen terrein. Meer dan kniediepe gaten zaten tussen het bolvormige lavagesteente en je liep dus van topje naar topje. Met geen enkele regelmaat in je stap en met een zware rugzak was dat niet makkelijk.
We liepen af op een bergrug en dichterbij was er meer water en zelfs een groot meer. Na een korte dip liepen we door naar kamp vier. Het was een kortere dag en op een prachtig veldje met een hutje en een riviertje namen we tijd om ons te wassen. In het hutje zaten heel veel vliegjes, maar daar hadden we geen last van. Ze leken liever naar het licht bij het raam te gaan dan ons lastig te vallen. Onder het genot van dit onverwachte comfort aten we en planden we de laatste twee dagen van de hike. Het wassen in het koude, frisse water van het riviertje gaf me een hernieuwd gevoel van energie en reinheid.
Nieuwe uitdaging; geen water meer van het land tot het einde van de tocht
Na vertrek morgen zouden we tot het eindpunt van de route geen water meer kunnen nemen van het land. Het water dat we sporadisch zouden zien, was waarschijnlijk vervuild met zwavel en andere stoffen die de vulkanen uitstoten. Het geeft een extra gevoel van avontuur, want het klinkt toch een beetje spannend. Daarom bepaalden we hoeveel water we nodig hadden en verdeelden we dat onder elkaar. Voor mij betekende dat een extra zes liter waterzak. De hele avond en ochtend waren we bezig met het vullen van deze voorraden, omdat we ook hier al gebruik moesten maken van een filter.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!